Leerlingen denken eerst na, dan delen ze met medeleerlingen en vervolgens wordt er met de klas uitgewisseld.
De leraar stelt een vraag of geeft een opdracht. Leerlingen gaan eerst zelf nadenken en vervolgens delen ze hun gedachten met medeleerlingen. De antwoorden worden klassikaal of digitaal uitgewisseld. Door leerlingen eerst zelf te laten nadenken krijgt iedereen de kans om mee te doen en zorgt dit ervoor dat alle leerlingen aangesproken worden. Dus niet elkaar alleen maar napraten!
Deze werkvorm is zonder hulpmiddelen uitvoerbaar. Daarom is deze werkvorm makkelijk inzetbaar in elke onderwijssetting. Wel leent de werkvorm zich ertoe om verschillende digitale tools te gebruiken om het uitwisselen te ondersteunen. Afhankelijk van je keuze is je voorbereiding minimaal of uitgebreid.
Wil je een online omgeving zoals bijvoorbeeld Facebook gebruiken om leerlingen op elkaar te laten reageren, zorg dan dat de omgeving is afgeschermd voor publiek!
Je kunt zelf onderwerpen aandragen (Hoe weet je of een dier een zoogdier is? Waarom is er eb en vloed?) of leerlingen zelf vragen laten inbrengen waar ze een antwoord op zoeken.
De werkvorm denken, delen, uitwisselen is een goede vorm om in een groep een probleem op te lossen. Stel het probleem vast, bedenk eerst afzonderlijk een oplossing en bespreek samen wat de beste oplossing is voor het probleem.
Het allereerste bericht verstuurd via een digitale verbinding was op 29 oktober 1969. De bedoeling was om ‘login’ te verzenden, maar het systeem crashte na ‘lo’.
De werkvorm ‘denken, delen, uitwisselen’ wordt gebruikt om met elkaar te communiceren en inzicht te krijgen in het eigen handelen. Een belangrijke vaardigheid bij het gebruik van social media is het goed nadenken over waarom en hoe je een boodschap overbrengt. Staat content eenmaal online, dan is er vaak geen weg terug. Leerlingen zijn zich hier niet altijd van bewust. Na het kweken van dit bewustzijn: eerst denken, dan pas uitwisselen, is het belangrijk dat leerlingen goed weten op welke manieren zij het best kunnen participeren in sociale netwerken, dit wordt ook wel nettiquette genoemd
Social media kunnen goed ingezet worden bij deze werkvorm, maar om leerlingen veilig informatie te laten delen is het heel belangrijk dat de leraar of begeleider van de werkvorm waakt over privacy. Als het de bedoeling is dat leerlingen open hun mening geven, dan moet de omgeving goed beveiligd zijn. De leraar kan er op een gegeven moment wel bewust voor kiezen om leerlingen hun mening te laten delen in een niet besloten omgeving zodat er daadwerkelijk door de buitenwereld gereageerd kan worden. Door leerlingen vervolgens op hun mediawijze – of soms minder mediawijze – activiteiten te laten reflecteren, wordt hun inzicht groter en ontwikkelen zij een goede mediastrategie.