Beantwoord uitspraken, formuleringen, situaties of handelingen op juistheid.
De leerling beantwoordt uitspraken, formuleringen, situaties of handelingen op juistheid. Juist/onjuist vragen kunnen ingezet worden om voorkennis te activeren en bij het bestendigen van kennis. Daarnaast kan je dit soort vragen gebruiken om tussentijds te toetsen of de lesstof begrepen wordt.
De werkvorm kan door de leerlingen eenvoudig op papier worden uitgewerkt. Je kan er daarnaast voor kiezen om leerlingen de resultaten via computer, tablet of smartphone te laten verwerken. Bekijk vooraf welke vorm het meest geschikt is in de klas.