Met verschillende willekeurig gekozen medeleerlingen opdrachten uitvoeren.
De leerlingen lopen bij de werkvorm wandel en wissel door het lokaal. Wanneer de leraar ‘stop’ zegt, vormen de leerlingen een duo met de persoon die het dichtstbij staat. Vervolgens beantwoorden ze een vraag of doen een opdracht. Op deze manier werken leerlingen samen die elkaar in eerste instantie misschien niet zouden opzoeken, daarnaast zorgt het overleggen over de opdracht of de vraag ervoor dat leerlingen zich beter oriënteren op het onderwerp of nieuwe kennis verwerven. Deze werkvorm is heel geschikt voor leerlingen die niet lang stil kunnen zitten.
Deze werkvorm is heel geschikt voor in de klas. Zorg dat er genoeg ruimte is om rond te lopen.