Een tijdbalk of een tijdlijn maakt een chronologische opvolging van gebeurtenissen of periodes visueel.
Door middel van beeld aangeven wat je bevindingen zijn.
Leraar en/of leerlingen geven een demonstratie van een vaardigheid of experiment.
Vertel het antwoord op een vraag aan je medeleerling.
Samenwerken in een groepje en allemaal antwoord kunnen geven.
Maak aan de hand van een concreet probleem een actieplan.
Zet een actie op om een bepaald doel te bereiken.
Kom meer te weten over een onderwerp door het kijken van een film.
Zet een onderneming op en schrijf hiervoor een ondernemingsplan.
Zet woorden en onderwerpen om in beeld.
Geef een presentatie met 20 slides die elk 20 seconden te zien zijn.
Met verschillende willekeurig gekozen medeleerlingen opdrachten uitvoeren.
Bestuderen van nieuwe leerinhouden door middel van bronnen: video, teksten, luisterfragmenten
Maak een dominospel met je eigen vragen en antwoorden.
Leerlingen denken eerst na, dan delen ze met medeleerlingen en vervolgens wordt er met de klas uitgewisseld.
Presenteer wat je geleerd of gemaakt hebt.
Maak of speel je eigen quiz.
Formuleer vragen en leg deze voor aan een expert.
Noteer alle woorden die bij je opkomen over één bepaald thema.
Geef beurtelings nieuwe antwoorden op dezelfde vraag.
Stel open vragen en laat leerlingen zelf antwoorden formuleren.
Discussieer over een onderwerp of stelling binnen een vaststaand kader.
Door te brainstormen worden oplossingen of ideeën op een rijtje gezet.
Bekijk een situatie door de ogen van een ander: wat zou jij doen als…?
Simuleer situaties door verschillende situaties na te spelen.
Organiseer een battle waarin gestreden wordt voor een bepaald doel.
Probeer elkaar te overtuigen door goede argumentatie.
Presenteer je werk door dit tentoon te stellen.
Geef schematisch aan hoe je over een onderwerp denkt.
Reageren op stellingen of problemen met voor- of tegenargumenten.