Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.
Een tijdbalk of een tijdlijn maakt een chronologische opvolging van gebeurtenissen of periodes visueel.
Door middel van beeld aangeven wat je bevindingen zijn.
Goede bronnen van slechte bronnen kunnen onderscheiden.
Leraar en/of leerlingen geven een demonstratie van een vaardigheid of experiment.
Stel een duidelijke en wervende advertentie op.
Maak een tabel of grafiek waarin over een specifiek onderwerp informatie af te lezen is.
Leer op journalistieke wijze over een relevant onderwerp schrijven.
Vertel het antwoord op een vraag aan je medeleerling.
Samenwerken in een groepje en allemaal antwoord kunnen geven.
Samen tot oplossingen of afspraken komen.
De leerlingen gaan iemand interviewen en oefenen de juiste vragen te stellen.
Maak een film over een specifiek onderwerp.
Word expert in een deel van de lesstof en wissel kennis uit met medeleerlingen.
Door puzzelen en samenwerken verwerken leerlingen informatie of geven opgedane kennis weer.
Maak aan de hand van een concreet probleem een actieplan.
Maak een webpagina met informatie je hebt verworven over een specifiek onderwerp.
Maak een folder waarin opgedane kennis wordt gepresenteerd aan anderen.
Zet een actie op om een bepaald doel te bereiken.
Zet een onderneming op en schrijf hiervoor een ondernemingsplan.
Zet woorden en onderwerpen om in beeld.
Geef een presentatie met 20 slides die elk 20 seconden te zien zijn.
Maak een poster die je boodschap goed overbrengt.
Gebruik kaarten met vragen en antwoorden om spelenderwijs te oefenen met de lesstof.
Breng je boodschap over door middel van een collage.
Maak een korte en krachtige presentatie.
Maak met foto’s een helder beeldverhaal.
Maak een dominospel met je eigen vragen en antwoorden.
Presenteer wat je geleerd of gemaakt hebt.
Maak of speel je eigen quiz.
Formuleer vragen en leg deze voor aan een expert.
Schrijf een wiki-artikel.
Geef beurtelings zo veel mogelijk antwoorden op dezelfde vraag.
Denk na over verschillende onderwerpen en vorm hier een mening over.
Ervaar dat iedereen een andere aanpak heeft in het oplossen van een opgave.
Bedenk je eigen enquêtevragen en test deze op een medeleerling.